Roel Bosma over college Geloof, eenheid in verscheidenheid?

Roel  verwachtte van dit college met name dat ingegaan zou worden op het thema eenheid. Die verwachting is niet helemaal uitgekomen. Wat heeft het hem wel gebracht?

“Voor het college “Geloof, eenheid in verscheidenheid” van Gert Jan Schaapman had ik mij opgegeven omdat de titel mij aansprak. Opgegroeid in een gereformeerd-synodaal gezin was ik na het doen van belijdenis op mijn eenentwintigste van het naar de kerk gaan afgeraakt en alleen op papier nog kerklid gebleven. Sinds een jaar of tien woon ik kerkdiensten weer regelmatig bij. In verscheidenheid. Eenmaal in de veertien dagen in de Église Wallonne te Groningen (er is alleen eens in de twee weken een dienst in deze kerk) en daarnaast ook wel diensten in PKN-kerken als de Martinikerk, de Nieuwe Kerk en de Evangelisch-Lutherse kerk. En soms in de Remonstrantse kerk en de Baptistengemeente.

Om met  Trouw-columnist Stefan Sanders te spreken: ik ben meer kerkganger dan gelovige. Wat mij aanspreekt zijn de rituelen, het orgelspel, gezang en het behoren tot een gemeenschap. Met het humanisme voel ik mij verwant, maar ervaar ik als meer individualistisch. Naastenliefde, vergeving en verzoening zijn belangrijke begrippen voor mij, maar of er een leven is na dit leven zou ik niet durven zeggen en houdt mij ook niet zo bezig.

Van bovengenoemd college had ik met name verwacht, dat ingegaan zou worden op het thema eenheid. Deze verwachting is niet helemaal uitgekomen.

Het college was een historisch overzicht, dat ongeveer bij het jaar 1500 begon en doorliep tot heden. Wat ging aan de kerkhervormingen van Calvijn, Luther en Zwingli vooraf en wat volgde erop. In Nederland de strijd tussen Arminius en Gomarus en hun aanhangers, tussen Remonstranten en Contraremonstranten, de synode van Dordrecht in 1618/1619 van de Nederduits-Gereformeerde kerk, de Dordtse leerregels. Wat mij in het bijzonder trof was hetgeen docent Gert Jan Schaapman vertelde over de moord op Johan van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619. Wat prins Maurits en van Oldenbarnevelt verdeeld hield was  niet zozeer een religieuze twist volgens hem, maar een politieke. Maurits wilde doorvechten tegen de Spanjaarden, van Oldenbarnevelt stuurde om economische en handelsredenen aan op vrede.

Dit was nieuw voor mij. Ook dat Maurits wel gratie had willen verlenen aan van Oldenbarnevelt als die daarom zou hebben gevraagd, en na diens executie nooit meer de oude werd. Nederland kende geen verwoestende godsdienstoorlogen zoals in Duitsland, Engeland en Frankrijk, maar godsdienstvrijheid was toch een relatief begrip. Je mocht dan wel denken wat je wilde, maar praktiseren ho maar. Dit gold voor protestanten die de Dordtse leerregels niet onderschreven, maar in het bijzonder voor katholieken, zoals indringend beschreven door Carolina Lenarduzzi in haar boek “Katholiek in de Republiek” De belevingswereld van een religieuze minderheid 1570-1750. 

Desgevraagd schreef ik eerder al, dat het een plezierige en goede cursus was, met een hele fijne docent. Bij een volgend College zou ik graag zien, dat niet zozeer wordt ingegaan op wat ons verdeeld hield en nog houdt, maar op wat ons verbindt en nader tot elkaar kan brengen.”